Drukmeting is de analyse van een uitgeoefende kracht door een vloeistof (vloeistof of gas) op een oppervlak. Druk wordt typisch gemeten in eenheden van kracht per oppervlakte-eenheid.
Er zijn veel technieken ontwikkeld voor het meten van druk en vacuüm. Instrumenten die worden gebruikt voor het meten en weergeven van druk in een integrale eenheid worden drukmeters of vacuümmeters genoemd. Een manometer is een goed voorbeeld, omdat het een kolom vloeistof gebruikt om zowel de druk te meten als aan te geven. Evenzo is de veelgebruikte Bourdon-meter een mechanisch apparaat, dat zowel meet als aangeeft en waarschijnlijk het bekendste type meter is.
Een vacuümmeter is een manometer die wordt gebruikt om drukken te meten die lager zijn dan de omgevingsdruk, die is ingesteld als het nulpunt, in negatieve waarden (bijvoorbeeld: -15 psig of -760 mmHg is gelijk aan totaal vacuüm). De meeste meters meten de druk ten opzichte van de atmosferische druk als het nulpunt, dus deze vorm van lezen wordt eenvoudigweg "manometerdruk" genoemd. Alles wat groter is dan het totale vacuüm is echter technisch gezien een vorm van druk. Voor zeer nauwkeurige metingen, vooral bij zeer lage drukken, kan een meter worden gebruikt die het totale vacuüm als het nulpunt gebruikt, waardoor de drukwaarden op een absolute schaal worden weergegeven.